
President Donald Trump heeft onlangs een tarief van 25 procent aangekondigd op geïmporteerd aluminium en staal, zonder uitzonderingen voor landen van herkomst. Dit roept vragen op over de impact op consumentenelektronica, zoals smartphones die aluminium behuizingen gebruiken, waaronder Apple’s iPhone. Echter, deze tarieven zijn gericht op ruwe materialen, niet op afgewerkte producten of verwerkte componenten. Aangezien bijna geen enkele telefoon van fabrikanten zoals Samsung of Apple in de Verenigde Staten wordt vervaardigd of geassembleerd, zullen deze tarieven waarschijnlijk geen directe invloed hebben op de prijzen van deze apparaten.
Volgens Neil Shah, vice-president onderzoek bij Counterpoint Research, komen deze producten de VS binnen als afgewerkte goederen, waardoor de tarieven op ruwe materialen niet van toepassing zijn. Hoewel sommige assemblage plaatsvindt in Texas voor bepaalde Mac-modellen, worden deze componenten ook als afgewerkte onderdelen geïmporteerd, waardoor de prijsimplicaties minimaal zijn. Bovendien blijkt uit Apple’s recente toeleveringsketenrapporten dat het merendeel van hun metaalverwerkende bedrijven zich in landen zoals China, Japan en Taiwan bevindt. Tegen de tijd dat deze metalen de Amerikaanse grens passeren, zijn ze verwerkt tot componenten, waardoor de nieuwe tarieven niet van toepassing zijn.
Hoewel de nieuwe metaalheffingen geen directe invloed hebben op de prijzen van smartphones, kunnen andere tarieven dat wel hebben. De eerder aangekondigde 10 procent tarieven op Chinese goederen kunnen bijvoorbeeld een directe impact hebben op de kosten van in China geproduceerde telefoons. Aangezien ongeveer 80 procent van ’s werelds telefoons in China wordt vervaardigd, en Apple nog steeds miljoenen iPhones produceert in fabrieken in Shenzhen en Zhengzhou, kunnen deze tarieven leiden tot hogere prijzen voor consumenten. Gary Shapiro, CEO van de Consumer Technology Association, benadrukt dat tarieven belastingen zijn voor Amerikaanse consumenten, niet voor buitenlandse overheden of bedrijven, en dat ze inflatie kunnen aanwakkeren en de prijzen van technologische producten kunnen verhogen.